KNSB D1: Ook de derde plek van onder degradeert
De laatste (uit)wedstrijd van ons Eerste was in De Lier tegen Westland Schaakmat, een club die al een tijd meedraait, voorheen onder andere verenigingsnamen. Het speellokaal heet ‘De Ark’, en u raadt het al, bij aankomst regende het licht. Dat geeft dan toch even te denken: “Het zal toch niet…?”
Vooraf konden we nog stuivertje wisselen met dit team, maar ook als derde van onderen gingen we mee met het degradatiespook. De Ark was lekker druk, want naast een vol restaurant speelde ook het Tweede team van Schaakmat thuis. Een echte schaakzaterdag waarop we vrijuit konden spelen.
De speelzaal hangt vol met tegeltjeswijsheden als: “Gezelligheid kent geen tijd.” “Herinner je gisteren, droom van morgen, maar leef vandaag!” “In elke hand een stuk cake is ook een evenwichtig dieet.” “We drinken hier slechts bij twee gelegenheden: als het regent, en als het niet regent.” Ja, als volksfilosoof kom je hier echt aan je trekken.
Wat schaken betreft was het meer een seizoen van: “Ze kenne niet van je winnen, maar je ken wel van ze verliezen.” Die stond er dan weer net niet bij. We hebben dit seizoen geen teamwedstrijd kunnen winnen en ook op 22 april lukte het niet. Ons witte topbord Mark Timmermans won tegen de Caro-Kan van Marnix Hofman. Misschien in plaats van een simultaan dit jaar een masterclass van Mark over “How to kill the Caro-Kan?
Rik en Lennard bleven in evenwicht met hun tegenstanders. Jacques Hennekes kwam geheel in zijn witte element en dook agressief op Menno Pietersma, die na een uurtje schaken zijn muts op deed. Hij trok tijdens de partij nog zijn hele rugzak met eten open, maar dat hielp hem allemaal niet.
Piet Pluymert nam in een gelijkwaardige stelling het remiseaanbod van zijn tegenstander aan. Met drie borden bezig werd het spannend. Victor van Blommestein had voor de tweede (of derde) keer dit seizoen een Hollandse stelling op het bord, waarbij hij een kwaliteit achter staat. De eerdere stelling dit seizoen was in de Interne tegen Hans Berrevoets. Die partij verloor hij na een taaie, vindingrijke strijd. Dat was nu ook het geval.
Roland van Keeken ontsnapte naar een toreneindspel, waarvan kenners zeggen dat “het te houden is”. Maar goed, achter het bord heb je het gevoel dat je de hele tijd moet keepen en dat kost tijd en zenuwen. In het nakaarten leek het inderdaad te houden. Daarom heet het denk ik ook “nakaarten”.
De eerste teamwinst van het seizoen lag voor het oprapen in de partij John van de Laar – Michael Aagaard.
De opening gaf voordeel, in het middenspel ontfutselde wit een pion. Zo’n 60 zetten was wit bezig met winnen. De pionnen van wit hadden daarvoor allang op witte velden moeten staan, om zo de zwartvelderige loper van zwart een tandeloos stuk te laten worden. En ja, een loper overhouden had ook beter geweest. Ook hier had het nog gekund.
63. Nc3 KNURFT! (63.Kb5 steunt de pion en zorgt via de b-lijn voor promotie of stukwinst.)
63... Kd6 64. Kd3 h4 65. Ne4+ Kxc6 66. Nxg5 met remise.
Met deze 4-4 werd het rustig chinezen bij Chita Garden op 64 meter van de speelzaal. Ideaal voor moegestreden schakers. Het zit erop. We zien elkaar volgend jaar weer.