D1 - Krimpen ad IJssel 2 : 4-4

Als de voortekenen kloppen, kan dit best wel eens een moeilijk jaar worden. In de eerste wedstrijd in de 2e klasse van de KNSB werd maar ternauwernood gelijk gespeeld tegen het tweede team van Krimpen. Op papier is dit team wel de underdog van de klasse en met een gemiddelde rating van 100 punten per bord meer moesten we deze punten wel pakken. Zoals het ging mochten we uiteindelijk nog van geluk spreken dat de schade beperkt bleef tot 1 matchpunt.

Met 1 invaller begonnen we aan de wedstrijd omdat Rik van zijn vakantie aan het genieten is. Ik nam het laatste bord voor mijn rekening en combineerde daarbij de rol van speler en captain. Om niets aan het toeval over te laten en te voorkomen dat onze tegenstanders zich op ons konden voorbereiden, hadden wij onze spelers niet helemaal op rating van hoog tot laag gezet. Iets wat onze tegenstanders overigens ook niet hadden gedaan. Zo kon het voorkomen dat Mark de tweede invaller van Krimpen op bord 4 trof, Lennard op 2 de sterkste speler van Krimpen (John van Baarle) tegenkwam en zo nog wat partijen met grote ratingverschillen te volgen waren.

De wedstrijd begon meteen al goed. In een opening waar ik toch echt eens even naar moet kijken (opnieuw!!) gaf ik zelf al op de 5e zet een belangrijke pion weg. Was het overconcentratie, spoken uit een verleden waarin ik in twee snelschaakpartijtjes tegen Erik Hoeksema op identieke wijze volstrekt van de mat was geveegd, spanning van een invalbeurt in het prestigieuze eerste team of gewoon een misgreep? Ik weet het niet. Maar, na zeker 5 minuten goed nadenken, wisselde ik twee zetten om. Mijn tegenstander (Arthur Rongen) dacht nu even flink na en vertrouwde mijn "pionoffer" niet. Hij liet de pion staan en speelde iets anders. Opgelucht dat ik hier zo was ontsnapt kon ik de stelling weer rechtbreien. Het leverde wel een hele snelle afruil van veel materiaal en een volstrekt gelijke stelling en na een half uur spelen bood mijn tegenstander remise aan. Ik besloot even rond te kijken en zag nog 7 borden waarop ik aardig wat plusjes (Jacques, Iwahn, Piet), een grotere plus (Lennard), een chaos stelling (Roland)  en voor de rest gelijke stellingen maar waar het ratingverschil uiteindelijk toch wel de doorslag zou gaan geven, hoopte ik (Mark, Rene). Al met al was mijn inschatting dat remise een goed team-resultaat zou zijn (0.5-0.5).

Iets later werd er nogal wat afgeruild bij Jacques die Hans van Nieuwenhuizen trof. Een eindspel dreigde met 6 pionnen met de loper van Jacques tegen 6 pionnen met paard en ook hier kreeg Jacques een remise aanbod. Inmiddels had Piet zich danig verrekend en had hij een stuk verloren. De algehele balans leek nog wel een klein beetje in ons voordeel uit te slaan, maar een ongeluk zit in een klein hoekje en dus wilde Jacques het nog even proberen. Helaas duurde dat niet al te lang, want een paar zetten later moest hij, na zetherhaling, toch in remise berusten (1-1).

De uitslagen vielen in deze wedstrijd steeds in paren. Na de snelle 1-1 gebeurde er lange tijd niets op het uitslagen front. Wel op de borden en dat was absoluut niet in ons voordeel. Rene wilde, met wat risicovolle manoeuvres, de balans uit de stelling halen. Deze tactiek werkte als een boemerang. Het kostte een pion, maar wat belangrijker was, het leverde een daverende koningaanval op die Peter van Nieuwenhuizen de mogelijkheid bood om met een schaakpuzzelachtige zet, waarbij hij zijn dame en prise zette, de partij winnend af te sluiten (1-2).

Vlak daarna kwam er een einde aan een bijzonder chaotische partij op ons eerste bord, waar Roland tegen Michiel Besseling een Wolga gambiet had gespeeld. Vaak is een tussenzetje de oplossing van een moeilijke situatie. In dit geval was het juist het tussenzetje van Roland dat hem uiteindelijk de das om deed (1-3). Inmiddels had Lennard, met zijn zeer florissante stelling en grote materiele voorsprong, de slimme vos John van Baarle plotseling flinke compensatie geboden met een mataanval. In de analyse leek 1 tussenzetje (dit keer om de om een vluchtveld te maken - zie hierboven) genoeg te zijn geweest voor de winst, maar Lennard oordeelde dat dat te gevaarlijk was. Zoals het nu ging moest Lennard zijn volledige winst teruggeven en bleef hij met een eindspel met Koning plus dame plus 3 pionnen plus paard tegen koning plus dame plus 6 pionnen over. De kansen waren volledig gekeerd.

Donkere wolken pakten zich samen boven de Crabbehoeve. Om wat leven in de brouwerij te brengen in een gelijkstaande stelling, offerde Mark eerst zijn gewonnen pion terug en daarna nog een tweede pion. Zijn eigen koning kwam daardoor nogal bloot te staan, maar het leverde ook wel gelijk allerlei lijnen op weg naar de vijandelijke koning voor torens, dame en loper. De druk werd flink opgeschroefd en bleef dan ook niet lang daarna niet zonder gevolgen. Hij maakte de "anschluss"-treffer (2-3). Helemaal gelijk trok Iwahn de stand toen hij, met zijn zeer zorgvuldig opgebouwde drukstelling, zijn tegenstander helemaal fijngeknepen had. Iwahn plaatste een kwaliteitsoffer dat, indien aangenomen, tot een mooi einde had kunnen leiden. In plaats daarvan ruilde zijn tegenstander eerst een stuk. Het was wel even schrikken, maar de stelling zat zo solide in elkaar dat Iwahn met één zet zijn stelling nog beter kon maken. Ietsjes na de 2-3 werd het dan ook gelijk (3-3).

Nu brak het laatste kwart aan. Piet had de materiële stand weer helemaal rechtgetrokken en was zelfs een pionnetje voorgekomen, maar met de uitgedunde troepenmachten was het niet eenvoudig om dit tot een vol punt te leiden. Zeker niet omdat zijn tegenstander inmiddels weer wat initiatief had. Vragend keek Piet rond om te horen of remise voldoende was, iets waarop Jacques zeer duidelijk aangaf....nee, is niet voldoende.

Zonder medelijden te tonen dwong John van Baarle de dameruil af en schoof zijn pionnen naar voren. Een wonderbaarlijke ontsnapping voor hem, maar een bittere nederlaag voor Lennard (3-4).
En dus speelde Piet nog even door. Gretig pakte Marius Strijdhorst nog een pionnetje om de materiaalverhouding nu helemaal gelijk te trekken, maar met een stille torenzet sloot Piet alle vluchtvelden voor het paard af. Zonder de aanval op het paard af te wachten gaf Marius op (4-4).
Danig geschokt  over het verloop van de dag werd er nog even nagepraat en de wedstrijd vergeleken met de eerste van vorig jaar waarin wij tegen het éérste van Krimpen hadden gespeeld (en gewonnen!). De gedachten waren nogal uiteenlopend. Aan de ene kant: "als we tegen de, op papier, zwakste tegenstanders al niet kunnen winnen, hoe moet dat dan in de rest van het jaar?" en aan de andere kant: "de kampioen van het vorig jaar verloor in de eerste ronde van ons. Als wij dit jaar kampioen willen worden hebben we al 1 punt meer dan de kampioenen van vorig jaar!".

Ik hou het erop dat we gewoon een off-day hadden en dat Krimpen gewoon heel goed gespeeld heeft!

De detailuitslagen:

Dordrecht 1

Krimpen aan den IJssel 2

  
Keeken van, R. (Roland) 2018 Besseling, M.T. (Michiel) 2126 z-w 0 - 1
Boer den, L. (Lennard) 2126 Baarle van, C.J. (John) 2115 w-z 0 - 1
Timmermans, M.A. (Mark) 2375 Duin van, F. (Frits) 1855 z-w 1 - 0
Apon, H. (Iwahn) 1948 Versteeg, H.J. (Henny) 1920 w-z 1 - 0
Krul, R.V. (Rene) 2167 Nieuwenhuizen van, P.R. (Peter) 1941 z-w 0 - 1
Hennekes, J. (Jacques) 2067 Nieuwenhuizen van, J.H. (Hans) 1956 w-z ½ - ½
Pluymert, P.W. (Piet) 1942 Strijdhorst, M. (Marius) 1925 z-w 1 - 0
Timmermans, A.L. (Adri) 1844 Rongen, A. (Arthur) 1839 w-z ½ - ½
Gemiddelde Rating:2061Gemiddelde Rating:1960 4-4
resized_DSC_2137.jpg